Myopie of bijziendheid

Wanneer een bril of contactlenzen nodig zijn om een goede gezichtsscherpte te behalen, is dit altijd omdat het optisch systeem van het oog niet perfect is.

De optiek van het oog bestaat uit het hoornvlies en de ooglens. Waarbij opgemerkt dient te worden dat de ooglens door zich bol­ler te maken (te accommoderen) in sterkte kan variëren. Dit op­tisch systeem vormt een afbeelding op het netvlies achter op de binnenzijde van de oogbol. Uiterst precies weet het oog zich in fracties van seconden aan de verschillende afstanden in het zien nabij en veraf, aan te passen.

Zonder dit bewust te zijn maken wij hier bij het zien permant

is en/of de afstand van de ooglens tot het netvlies te groot. Met andere woorden dat de oogbol te lang is voor het optisch sys­teem. Het ontstaan van myopie tussen het 10/20 levensjaar zou kunnen wijzen op beïnvloeding door de groei. Ook voeding, er­felijke factoren en een veranderd gebruik van de ogen op korte afstand zijn mogelijke oorzaken die myopie kunnen bevorderen. Vastgesteld is, dat vormstabiele contactlenzen de vorming van bijziendheid enigszins beperken. Omdat de contactlens op het oog wordt geplaatst waardoor de afstand bril - oog verdwijnt is de correctiesterkte met contactlenzen doorgaans lager.          

gebruik van: wanneer we bv. lezen en opkijken om een blik op de televisie te richten zullen beide beelden scherp gezien worden.  

Het kan zijn dat scherp zien voor nabij en veraf niet goed mo­gelijk is: het oog is dan niet in staat de ooglens zo te bollen dat een scherpe afbeelding wordt waargenomen of het oog heeft niet de juiste lengte: ooglens-netvlies.

Het slechte zien is hinderlijk en soms gaat het gepaard met  hoofd­pijn, tranende en vermoeide ogen.


Er zijn drie vormen van een minder goed functionerend optisch systeem:

 - Bijziendheid

 - Bijziendheid of myopie.

 - Verziendheid of hypermetropie.

 - Astigmatisme.


Bijziendheid wil zeggen voor dichtbij goed zien en voor veraf, zonder bril of contactlenzen een matig of slecht zicht. Het meren­deel van de bijzienden (met een wat duurder woord myopie ge­noemd) bemerkt dat tussen het tiende en het twintigste jaar het kijken op afstand, bijvoorbeeld op schoot het bord, en bij het in­tensief gebruik van de ogen, ineens een stuk minder wordt ge­zien. Het lezen levert geen enkel probleem op. Bij meting van het oog, wordt dan een sterkte gemeten die we aanduiden met min sterkte (bijvoorbeeld -1,0 dioptrie).

Normaal

De oorzaak van myopie of bijziendheid is nooit is en/of de afstand van de ooglens tot het netvlies te groot. Met andere woorden dat de oogbol te lang is voor het optisch sys­teem. Het ontstaan van myopie tussen het 10/20 levensjaar zou kunnen wijzen op beïnvloeding door de groei. Ook voeding, er­felijke factoren en een veranderd gebruik van de ogen op korte afstand zijn mogelijke oorzaken die myopie kunnen bevorderen. Vastgesteld is, dat vormstabiele contactlenzen de vorming van bijziendheid enigszins beperken. Omdat de contactlens op het oog wordt geplaatst waardoor de afstand bril - oog verdwijnt is de correctiesterkte met contactlenzen doorgaans lager.